TPWG315 380 DIGITALE DRUKMETER

Korte beschrijving:

Garantieclausules1. Het garantiebereik heeft betrekking op de hele machine. 2. Onderhoud bij storingen bij normaal gebruik is kosteloos binnen de garantietermijn van 12 maanden. 3. De garantietermijn gaat in op de datum van levering. 4. Er worden kosten in rekening gebracht in het geval van de volgende omstandigheden: 4.1 Storing veroorzaakt door onjuiste bediening 4.2 Schade veroorzaakt door brand, overstroming en abnormale spanning 4.3 Werken overschrijdt de normale werking 5. Vergoedingen worden in rekening gebracht als werkelijke kosten. Een contract over de vergoedingen wordt nageleefd als dat er is. 6. Neem bij vragen contact met ons of onze agent op.


Productdetail

Productlabels

Kort

Samen met de eigenschap van PE-materiaal dat voortdurend wordt geperfectioneerd en verhoogd, worden PE-buizen op grote schaal gebruikt in de gas- en watervoorziening, rioolwaterzuivering, de chemische industrie, de mijne enzovoort.

Onze fabriek heeft meer dan tien jaar onderzoek gedaan naar en ontwikkeld voor de stompfusiemachine uit de TPW-serie, die geschikt is voor PE, PP en PVDF.

Tegenwoordig omvatten onze producten acht soorten en meer dan 20 typen die van toepassing zijn op de constructie van kunststofbuizen en die als volgt in de werkplaats worden gemaakt:

SHS-serie socketlasapparaat TPWC-serie Lintzaag
Handmatige stomplasmachine uit de TPW-serie Werkplaatslasmachine uit de TPWG-serie
Buttfusion-machine uit de TPWY-serie Serie speciaal gereedschap
QZD-serie Auto-butt-fusion-machine SHM-serie zadelfusiemachine

Deze handleiding is bedoeld voor de TPWG315 lasmachine voor kunststofbuizen in de werkplaats. Om elk soort ongeval veroorzaakt door elektrische of mechanische schade te voorkomen. Het wordt aanbevolen om de volgende veiligheidsregels aandachtig te lezen en te volgen voordat u de machine gebruikt.

Speciale beschrijving

Alvorens de machine te gebruiken, moet iedereen deze beschrijving aandachtig lezen en goed bewaren om de veiligheid van de uitrusting en de bediener en die van anderen te garanderen.

2.1 De machine wordt gebruikt voor het lassen van buizen gemaakt van PE, PP, PVDF en kan niet worden gebruikt voor het lassen van materiaal zonder beschrijving, anders kan de machine beschadigd raken of kan er een ongeluk gebeuren.

2.2 Gebruik de machine niet op een plaats met potentieel explosiegevaar

2.3 De machine moet worden bediend door verantwoordelijk, gekwalificeerd en opgeleid personeel.

2.4 De machine moet op een droge plaats worden gebruikt. De beschermende maatregelen moeten worden genomen als het apparaat wordt gebruikt in de regen of op natte grond.

2.5 De ​​machine had een voeding van 380 V ± 10%, 50 Hz nodig. Als er verlengkabels moeten worden gebruikt, moet er voldoende doorsnede zijn in overeenstemming met hun lengte.

Veiligheid

3.1 veiligheidsmarkeringen

De volgende markeringen zijn op de machine aangebracht:

3.2 Voorzorgsmaatregelen voor de veiligheid

Wees voorzichtig bij het bedienen en transporteren van de machine volgens alle veiligheidsregels in deze instructie.

3.2.1 Let op bij gebruik

l De operator moet verantwoordelijk en opgeleid personeel zijn.

l Inspecteer en onderhoud de machine jaarlijks volledig op de veiligheid en de machine

betrouwbaarheid.

3.2.2Stroom

De elektriciteitsverdeelkast moet een aardlekschakelaar hebben met de relevante elektriciteitsveiligheidsnorm. Alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangegeven met gemakkelijk te begrijpen woorden of markeringen.

3.2.3 Schakel de stroom uit voordat u de veiligheidsafdekking of het net verwijdert.

Aansluiting van machine op stroom

De kabel die de machine met de stroom verbindt, moet bestand zijn tegen mechanische schokken en chemische corrosie. Als de verlengde draad wordt gebruikt, moet deze voldoende kabeldoorsnede hebben, afhankelijk van de lengte. 

Aarding: De hele locatie moet dezelfde aarddraad hebben en het aardverbindingssysteem moet door professionele mensen worden voltooid en getest.

3.2.3Opslag van elektrische apparatuur

Voor de min. gevaren, moet alle apparatuur als volgt correct worden gebruikt en opgeslagen:

※Vermijd het gebruik van tijdelijke draad die niet aan de norm voldoet

※ Raak de elektroforeonderdelen niet aan

※ Verbied het loskoppelen van de kabel

※ Verbied het slepen van kabels voor hijsapparatuur

※ Plaats geen zware of scherpe voorwerpen op de kabels en controleer de temperatuur van de kabel binnen de limiettemperatuur (70℃)

※ Werk niet in een natte omgeving. Controleer of de groef en schoenen droog zijn.

※ Spat niet op de machine

3.2.4 Controleer periodiek de isolatieconditie van de machine

※ Controleer de isolatie van kabels, vooral de geëxtrudeerde punten

※ Gebruik de machine niet onder extreme omstandigheden.

※ Controleer minimaal per week of de lekkageschakelaar goed werkt.

※ Controleer de aarding van de machine door gekwalificeerd personeel

3.2.5 Reinig en controleer de machine zorgvuldig

※Gebruik geen materialen (zoals schuurmiddelen en andere oplosmiddelen) die de isolatie gemakkelijk beschadigen bij het reinigen van de machine.

※ Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld wanneer u de taak voltooit.

※Zorg ervoor dat er geen schade aan de machine is voordat u deze opnieuw gebruikt.

Als u alleen het bovengenoemde volgt, kan de voorzorgsmaatregel goed werken.

3.2.6 Beginnen

Zorg ervoor dat de schakelaar van de machine gesloten is voordat u deze inschakelt.

3.2.7 Dichtheid van onderdelen

Zorg ervoor dat de leidingen correct zijn bevestigd. Zorg ervoor dat hij goed kan bewegen en voorkom dat hij naar beneden glijdt.

3.2.8 Werkomgeving

Vermijd het gebruik van de machine in een omgeving vol verf, gas, rook en olie, omdat hierdoor infecties aan ogen en luchtwegen kunnen ontstaan.

Zet de machine niet op een vuile plaats.

3.2.9 Veiligheid van het personeel tijdens het werken

Verwijder sieraden en ringen en draag geen loszittende kleding. Vermijd het dragen van schoenveters, lange snorren of lang haar dat in de machine kan worden gehaakt.

3.3 Veiligheid van apparatuur

De hydraulische werkplaatslasmachine mag alleen worden bediend door een professional of werknemer met een opgeleid certificaat. Een leek kan de machine of anderen in de buurt beschadigen.

3.3.1 Verwarmingsplaat

l De oppervlaktetemperatuur van de verwarmingsplaat kan 270 ℃ bereiken. Raak deze nooit rechtstreeks aan om verbranding te voorkomen

l Reinig het oppervlak voor en na gebruik met een zachte doek. Vermijd schurende materialen die de coating kunnen beschadigen.

l Controleer de kabel van de verwarmingsplaat en controleer de oppervlaktetemperatuur.

3.3.2 Schaafgereedschap

l Voordat de pijpen worden geschoren, moeten de uiteinden van de pijpen worden schoongemaakt, vooral het zand of andere tocht die rond de uiteinden kraait. Door dit te doen, kan de levensduur van de rand worden verlengd en wordt ook voorkomen dat de spaanders worden weggegooid en mensen in gevaar worden gebracht.

Zorg ervoor dat het schaafgereedschap stevig vastzit aan de twee buisuiteinden

3.3.3 Mainframe:

Zorg ervoor dat de leidingen of fittingen correct zijn bevestigd om de juiste uitlijning te verkrijgen.

l Bij het verbinden van buizen moet de operator een bepaalde ruimte tot de machine vrijhouden voor de veiligheid van het personeel.

l Zorg er vóór het transport voor dat alle klemmen goed vastzitten en tijdens het transport niet naar beneden kunnen vallen.

Toepasselijk bereik en technische parameters

Type

TPWG315

Materialen voor lassen

PE, PP, PVDF

Buiten Diameter

bereiken

elleboog (DN, mm)

90 110 125 140 160 180 200 225 250 280 315mm

T-stuk (DN, mm)

90 110 125 140 160 180 200 225 250 280 315mm

kruis (DN, mm)

90 110 125 140 160 180 200 225 250 280 315mm

Wyes 45°& 60° (DN, mm)

90 110 125 140 160 180 200 225 250 280 315mm

Omgevingstemperatuur

-5~45℃

Hydraulische olie

40~50 (kinematische viscositeit) mm2/s, 40℃)

Voeding

~380 V±10%

Frequentie

50 Hz

Totale stroom

13 EEN

Totaal vermogen

7,4 kW

Inclusief verwarmingsplaat

5,15 kW

Motor voor schaafgereedschap

1,5 kW

Hydraulische unitmotor

0,75 kW

Isolerende weerstand

>1MΩ

Max. hydraulische druk

6 MPa

Totale sectie cilinders

12,56 cm2

Max. temperatuur van verwarmingsplaat

270℃

Verschil in oppervlaktetemperatuur van verwarmingsplaat

± 7℃

Ongewenst geluid

<70 dB

Olietankvolume

55L

Totaal gewicht (kg)

995

Beschrijvingen

De werkplaatslasmachine kan de elleboog, het T-stuk, het kruis door PE-buis in de werkplaats produceren. De standaard klemmen voldoen aan de standaard leidingmaten volgens ISO161/1.

5.1 Hoofdmachine

SDG315-380-digitale-manometer2-161

1. Planningstool

2. Verwarmingsplaat

3. Bedieningspaneel

5.2 Bedieningspaneel

SDG315-380-digitale-manometer2-15
1. Drukregelklep 2. Overdrukventiel 3. Werkindicator oliepomp 4. Richtingsklep
5. Digitale drukmeter 6. Planeerknop 7. Timer 8. Knop voor inweektijd
9. Temperatuurcontrolemeter 10. Knop voor koeltijd 11. Voltmeter 12. Verwarmingsschakelaar
13. Noodstop 14. Zoemer  

 

Installatie

6.1 Hijsen en installeren

Houd de machine bij het optillen en installeren horizontaal en kantel of keer hem nooit om ongewenste schade te voorkomen.

6.1.1 Als er een vorkheftruck wordt gebruikt, moet deze voorzichtig vanaf de onderkant van de machine worden ingestoken om beschadiging van de olieslang en het circuit te voorkomen

6.1.2 Bij het transporteren van de machine naar de installatiepositie moet het hoofdframe stabiel en horizontaal worden gehouden.

6.1.3 Installeer de motor op de reductiekast van het schaafgereedschap en bevestig deze met schroeven, weergegeven in Afb. 3.

SDG315-380-digitale-manometer2-141

6.2 Verbinding

Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is om de machine te plaatsen, houd de hele machine horizontaal en zorg voor de juiste aansluiting van alle stopcontacten, kabels en slangen bij het installeren van de machine.

6.2.1 Sluit de hoofdmachine aan op de elektriciteitskast.

SDG315-380-digitale-manometer2-16
SDG315-380-digitale-manometer2-15

Afb. 4 Sluit de verwarmingsplaat aan op de elektriciteitskast

Afb. 5 Sluit de planningstool aan op de elektriciteitskast

6.2.2 De kabel van de machine aansluiten op de stroom, die drie fasen heeft: vijf draden 380V 50HZ.

Om veiligheidsredenen moet de machine worden geaard vanaf het aardpunt van de machine.

6.2.3 Vul de gefilterde hydraulische olie bij. De hoogte van de olie moet meer dan 2/3 van de hoogte van de inhoudsmeter bedragen.

Waarschuwing: Aarding moet door professionele mensen worden uitgevoerd.

Gebruiksaanwijzing

Volg alle veiligheidsregels op de machine. Ongetrainde personen mogen de machine niet bedienen.

7.1 Vermogen

Sluit de aardlekschakelaar

7.2 Start de oliepomp

Start de oliepomp en let op de draairichting. Als de manometer meetwaarden weergeeft, is de rotatie juist. Als dit niet het geval is, verwissel dan twee stroomvoerende draden.

7.3 Controleer en pas de sleepdruk en bewegingssnelheid van de sleepplaat aan. De werkdruk van het systeem bedraagt ​​6 MPa. De verbindingsdruk kan worden aangepast via de drukregelklep op het bedieningspaneel. De schaafdruk moet geleidelijk worden verhoogd en behouden wanneer er aanhoudende spaanders verschijnen (niet te groot). De voedingssnelheid van de sleepplaat kan worden aangepast via de terugslagklep (in de basis).

7.4 Klemmen installeren

Installeer de linker en rechter klemzittingen (klemmen voor T-stukken of ellebogen) volgens de te vervaardigen fittingen.

1) Zet ​​ze eerst vast met de borgpen die aan de machine is bevestigd;

2) Pas de hoek aan met de speciale locatiehandgreep;

3) Draai de borgschroef vast met een sleutel.

Als de elleboogklemmen moeten worden gebruikt, druk ze dan stevig aan met de borgplaat nadat u de hoek hebt aangepast.

7.5 Stel de gespecificeerde temperatuur in op de temperatuurregelaar volgens het pijplasproces. (Zie paragraaf 7.10)

7.6 Voordat u het schaafgereedschap omhoog of omlaag brengt, moet u de vergrendeling op de handgreep openen.

7.7 Leidingen in de machine plaatsen

7.7.1 Scheid de klemmen van de machine door op de hendel van de richtingsklep te drukken

7.7.2 Plaats de buizen in de klemmen en zet ze vast; de ruimte tussen twee buisuiteinden moet voldoende zijn voor het schaafgereedschap.

7.7.3 Vergrendel de overdrukklep, terwijl u de twee uiteinden sluit, draai de drukregelklep totdat de manometer de smeltdruk aangeeft, die wordt bepaald door de buismaterialen.

7.8 Schaven

7.8.1 Scheid de klemmen door op de richtingsklep en de volledig geopende overdrukklep te drukken.

7.8.2 Plaats het schaafgereedschap tussen de twee pijpuiteinden en schakel het in, benader de pijpuiteinden in de richting van het planningshulpmiddel door op de richtingsklep “vooruit” te drukken en pas het drukregelventiel aan om de juiste druk te behouden totdat er continu spaanders uit de twee pijpen verschijnen zijkanten.Opmerking: 1) De dikte van de spaanders moet binnen 0,2 ~ 0,5 mm liggen en kan worden gewijzigd door de hoogte van het schaafgereedschap aan te passen.

2) De schaafdruk mag niet hoger zijn dan 2,0 MPa om schade aan het planningshulpmiddel te voorkomen.

7.8.3 Na het schaven de klemmen losmaken en het planningshulpmiddel verwijderen.

7.8.4 Sluit de twee uiteinden om ze uit te lijnen. Als de verkeerde uitlijning groter is dan 10% van de buisdikte, verbeter deze dan door de bovenste klemmen los of vast te draaien. Als de opening tussen de uiteinden groter is dan 10% van de wanddikte van de buis, moet u de buis opnieuw schaven totdat u aan de vereiste voldoet.

7.9 Lassen

7.9.1 Stel de inweektijd en afkoeltijd in afhankelijk van het lasproces.

7.9.2 Nadat u het schaafgereedschap hebt verwijderd, plaatst u de verwarmingsplaat, vergrendelt u geleidelijk de overdrukklep terwijl u de voorwaartse richtingsklep duwt, waardoor de verwarmingsdruk wordt verhoogd tot de gespecificeerde smeltdruk(P1). De buisuiteinden blijven aan de verwarmingsplaat plakken en het versmelten begint.

7.9.3 Wanneer zich een kleine kraal ophoopt, duwt u de richtingsklep in het midden terug om de druk te behouden. Draai de terugslagklep om de druk te verlagen tot de weekdruk(P2) en vergrendel het vervolgens snel. Druk vervolgens de inweektijdknop in om de tijd in te stellen.

7.9.4 Na het weken (de zoemer gaat af) opent u de klemmen door op de richtingsklep te drukken en verwijdert u de verwarmingsplaat snel.

7.9.5 Verbind de twee gesmolten uiteinden snel en houd de richtingsklep een korte tijd op “vooruit” en druk dan terug naar de middelste positie om de druk te behouden. Op dit moment zijn de waarden op de manometer de ingestelde smeltdruk (zo niet, pas deze dan aan door op de drukregelklep te drukken).

7.9.6 Druk de koeltijdknop in wanneer het koelen begint. Nadat de afkoeltijd is verstreken, klinkt er een zoemer. Beleef de systeemdruk opnieuw door op het overdrukventiel te drukken, open de klemmen en verwijder de verbindingen.

7.9.7 Controleer de verbinding volgens de lasprocesnormen.

7.10 Temperatuurregelaar en timer

7.10.1 Timerinstelling

SDY355-BUTT-FUSION-Welding-MACHINE-BEDIENINGSHANDLEIDING-3

7.10 Temperatuurregelaar en timer

7.10.1 Timerinstelling

7.10.2 Timer gebruiken

SDG315-380-digitale-manometer2-14

7.10.3 Instelling temperatuurregelaar
1) Druk langer dan 3 seconden op “SET” totdat “sd” in het bovenste venster verschijnt
2) Druk op “∧” of “∨” om de waarde te wijzigen naar de opgegeven temperatuur (druk continu op “∧” of “∨”, de waarde wordt automatisch plus of min)
3) Druk na het instellen op “SET” om terug te gaan naar de monitoring- en besturingsinterface

Referentie lasnorm (DVS2207-1-1995)

8.1 Vanwege verschillende lasnormen en PE-materialen zijn de tijd en druk van de fase van het fusieproces verschillend. Het suggereert dat de werkelijke lasparameters moeten worden bewezen door fabrikanten van buizen en fittingen

8.2 Gezien de lastemperatuur van buizen gemaakt van PE, PP en PVDF varieert de DVS-standaard van 180 ℃ tot 270 ℃. De toepassingstemperatuur van de verwarmingsplaat ligt binnen 180 ~ 230 ℃ en de Max. oppervlaktetemperatuur kan 270℃ bereiken.

8.3 ReferentiestandaardDVS2207-1-1995

                                                      SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING VAN STUKFUSIE-LASMACHINE (1)

Wanddikte

(mm)

Kraalhoogte (mm)

Kraalopbouwdruk (MPa)

Inweektijd

t2(Sec)

Weekdruk (MPa)

Omschakeltijd

t3(sec)

Drukopbouwtijd

t4(sec)

Lasdruk (MPa)

Koeltijd

t5(min)

0~4,5

0,5

0,15

45

≤0,02

5

5

0,15±0,01

6

4,5~7

1,0

0,15

45~70

≤0,02

5~6

5~6

0,15±0,01

6~10

7~12

1.5

0,15

70~120

≤0,02

6~8

6~8

0,15±0,01

10~16

12~19

2.0

0,15

120~190

≤0,02

8~10

8~11

0,15±0,01

16~24

19~26

2.5

0,15

190~260

≤0,02

10~12

11~14

0,15±0,01

24~32

26~37

3.0

0,15

260~370

≤0,02

12~16

14~19

0,15±0,01

32~45

37~50

3.5

0,15

370~500

≤0,02

16~20

19~25

0,15±0,01

45~60

50~70

4.0

0,15

500~700

≤0,02

20~25

25~35

0,15±0,01

60~80

Opmerking: De opbouwdruk en lasdruk in de vorm zijn de aanbevolen interfacedruk, de manometerdruk moet worden berekend met de volgende formule.

                                                                                   SDY630400 BEDIENINGSHANDLEIDING BUTTFUSION-MACHINE (8)

De procedure voor het aanbrengen van fabricage

9.1 Elleboog maken

9.1.1 Afhankelijk van de hoek van de elleboog en het aantal lasonderdelen, kan de lashoek tussen elk onderdeel worden bepaald.

SDG315 380 digitale manometer2 (14)

Uitleg: α - lashoek

β - ellebooghoek

n - aantal segmenten

Bijvoorbeeld: de 90°-elleboog is verdeeld in vijf te lassen segmenten, de lashoek α=β/(n-1)=90°/(5-1)=22,5°

9.1.2 De minimale afmeting van elk lasonderdeel in de hoeveelheden lasonderdelen wordt door de lintzaag volgens de hoek gesneden.

SDG315 380 digitale manometer2 (13)

Uitleg:

D - buitendiameter van de buis

L - Min. lengte van elk onderdeel

9.2 De procedure voor het produceren van T-shirts

9.2.1 De materialen zijn als het volgende diagram:

SDG315 380 digitale manometer2 (5)

9.2.2 Lassen als diagramstructuur:

SDG315 380 digitale manometer2 (6)

9.2.3 Een hoek wordt gesneden zoals in het diagram

SDG315 380 digitale manometer2 (12)

Opmerking: De afmeting “a” mag niet kleiner zijn dan 20㎜, wat overeenkomt met de planningsmarge en de compenserende smeltbare kraal.

9.2.4 Lassen als diagramstructuur, de T-stukken zijn geproduceerd.

SDG315 380 digitale manometer2 (7)

9.3 De procedure voor het maken van dwarspijpen met gelijke diameter

9.3.1 De materialen worden gesneden zoals in het volgende diagram

SDG315 380 digitale manometer2 (8)

9.3.2 De twee koppelingen zijn gelast volgens de diagramstructuur:

SDG315 380 digitale manometer2 (9)

9.3.3 Een hoek wordt gesneden zoals in het diagram:

SDG315 380 digitale manometer2 (10)

Opmerking: De afmeting "a" mag niet kleiner zijn dan 20㎜, wat de planningsmarge is en de smeltbare kraal compenseert.

9.3.4 Gelast als diagramstructuur.

SDG315 380 digitale manometer2 (11)

9.4 De procedure voor het vervaardigen van “Y”-vormige fittingen (45° of 60°)

9.4.1 snijden volgens de volgende tekening (neem als voorbeeld 60° “Y”-vormige fittingen)

9.4.2 Ga verder met het eerste lassen volgens de volgende tekeningen:

9.4.3 Pas de klemmen aan en ga verder met het tweede laswerk.

SDG315-380-digitale-manometer2-4
SDG315-380-digitale-manometer2-3

9.5 overige fittingen lassen

9.5.1. Pijp met pijp

9.5.2. Pijp met fitting

SDG315 380 digitale manometer2
SDG315-380-digitale-manometer2-3
SDG315-380-digitale-manometer2-2

9.5.3 Montage met fitting

9.5.4 Montage met stompflens

9.5.5 Buis met stompflens

SDG315 380 digitale manometer2
SDG315-380-digitale-manometer2-2
SDG315-380-digitale-manometer2-1

Storingen analyseren en oplossen

10.1 Analyse van frequente problemen met de kwaliteit van gewrichten:

u Visueel controleren: ronde kraal, goede verbinding  SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING BUTTFUSION-lasapparaat (10)
u Smalle en vallende kraal. Te hoge druk tijdens het lassen  SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR STUKFUSIE-LASMACHINE (11)
u Te kleine kraal. Tijdens het lassen is de druk niet voldoende  SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING VAN STUKFUSIE-LASMACHINE (12)
◆ Er bevindt zich een greppel tussen de lasvlakken. De temperatuur is niet voldoende of de omschakeltijd is te lang tijdens het lassen.

 SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING BUTTFUSION-lasapparaat (13)

◆ Hoge en lage kraal. Verschillende verwarmingstijden of smelttemperaturen veroorzaken dit.  SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING BUTTFUSION-lasapparaat (14)
◆ Verkeerde uitlijning. Lassen onder de voorwaarde dat de verkeerde uitlijning groter is dan 10% van de wanddikte van de buis, terwijl de twee uiteinden op één lijn liggen.  SDY355 BEDIENINGSHANDLEIDING BUTTFUSION-lasapparaat (15)

10.2 Onderhoud

uuPTFE-gecoate verwarmingsplaat

Wees voorzichtig bij het hanteren van de verwarmingsspiegel om schade aan de PTFE-coating te voorkomen.

Houd de met PTFE gecoate oppervlakken altijd schoon. Reiniging moet worden uitgevoerd terwijl het oppervlak nog warm is, met behulp van een zachte doek of papier. Vermijd schurende materialen die de met PTFE gecoate oppervlakken kunnen beschadigen.

Op regelmatige tijdstippen raden wij u aan:

- Reinig de oppervlakken met een snel verdampend reinigingsmiddel (alcohol)

- Controleer het aandraaien van de schroeven en de toestand van de kabel en de stekker

u Schaafgereedschap

Het wordt sterk aanbevolen om de messen altijd schoon te houden en de katrollen te wassen met een schoonmaakmiddel.

Voer regelmatig een volledige reiniging uit, waarbij tevens een interne smering plaatsvindt

uHydraulische unit

De hydraulische unit heeft geen speciaal onderhoud nodig, maar de volgende instructies moeten worden opgevolgd:

A. Controleer periodiek de olie horizontaal en voeg eventueel olietype toe:

De horizontaal mag niet lager zijn dan 5 cm van de maximale horizontale tank.

Een controle om de 15 werkdagen wordt sterk aanbevolen.

B. Vervang de olie volledig elke 6 maanden of na 630 werkuren.

C. Houd de hydraulische unit schoon en let vooral op de tank en snelkoppelingen.

10.3 Frequente storingsanalyses en oplossing

Tijdens het gebruik kunnen er problemen optreden met de hydraulische unit en de elektrische units. Veel voorkomende storingen worden als volgt weergegeven:

Gebruik bijgevoegd gereedschap, reserveonderdelen of ander gereedschap met een veiligheidscertificaat terwijl u onderdelen onderhoudt of vervangt. Het gebruik van gereedschappen en reserveonderdelen zonder veiligheidscertificaat is verboden.

Storingen in de hydraulische unit

No

storing

analyseert

oplossingen

1

De motor werkt niet

  1. Startschakelaar is defect.
  2. Het stopcontact van de stroombron is defect.
  3. De aansluiting binnenin

zit los

  1. De stroomvoorziening is defect.
  2. Controleer de opstartschakelaar
  3. Controleer het stopcontact
  4. Controleer de verbinding
  5. Controleer de stroombron

2

De motor draait te langzaam met abnormale geluiden

  1. De motor is overbelast
  2. De motor is defect
  3. Het oliefilter is verstopt
  4. Zorg ervoor dat de motorbelasting minder is

dan 3 MPa

  1. Repareer of vervang de motor
  2. Maak het filter schoon

3

De cilinder werkt abnormaal

  1. Het overstroomventiel is dat niet

stevig op slot

  1. Er zit lucht in het systeem
  2. Controleer het overstroomventiel.
  3. Verplaats de cilinder meerdere keren
de lucht uit te gaan.

4

Het slepen van de plaatverplaatsingscilinder werkt niet

  1. De druk van de lagedrukoverstroomklep is te laag.
  2. De kern van handmatige regie

klep is geblokkeerd

  1. Controleer de lagedrukdruk

overstroomklep (1,5 MPa is correct).

  1. Reinig de richtingsklep

5

Cilinder lek

1. De oliering is defect2. De cilinder of zuiger is ernstig beschadigd 1. Vervang de oliering2. Vervang de cilinder

6

De druk kan niet worden verhoogd of de fluctuatie is te groot

1. De kern van de overstroomklep is geblokkeerd.2. De pomp is lek.3. De verbindingsspeling van de pomp is los of de sleutelgroef is slip. 1. Reinig of vervang de kern van het overstroomventiel2. Vervang de oliepomp3. Vervang de verbindingsspeling

7

De snijdruk kan niet worden aangepast

1. Het circuit is defect2. De elektromagnetische spoel is defect3. De overstroomklep is geblokkeerd4. De snij-overstroomklep is abnormaal 1. Controleer het circuit (de rode diode in de elektromagnetische spoel brandt)2. Vervang de elektromagnetische spoel3. Maak de kern van overstroomklep schoon4. Controleer de snij-overstroomklep

Storingen in elektrische eenheden

8

De hele machine werkt niet

  1. De voedingskabel is beschadigd
  2. Bronstroom is abnormaal
  3. De aardlekschakelaar is gesloten
1. Controleer de voedingskabel2. Controleer de werkkracht3. Open de aardlekschakelaar

9

Aardfoutschakelaar schakelt uit

  1. Voedingskabel van verwarmingsplaat, de motor van de pomp en schaafgereedschap kunnen zijn
  2. Elektrische componenten worden niet aangetast door vocht
  3. Het hogere vermogen heeft geen aardlekbeveiliging
1. Controleer de stroomkabels2. Controleer de elektrische elementen.3. Controleer het hogere stroomveiligheidsapparaat

10

Abnormaal stijgende temperatuur

  1. De schakelaar van de temperatuurregelaar is open
  2. De sensor (pt100) is abnormaal. De weerstandswaarde van 7 en 9 van de verwarmingsplaataansluiting moet binnen 100~183Ω liggen
  3. De verwarmingsstaaf in de verwarmingsplaat is abnormaal. De weerstanden tussen 2, 4 en 6 moeten tussen 68 en 120 Ω liggen. De isolatieweerstand tussen de kop van de verwarmingsstaaf en de buitenschaal moet meer dan 1MΩ zijn

4. 4. Mochten de meetwaarden van de temperatuurregelaar hoger zijn dan 300℃, wat erop wijst dat de sensor beschadigd kan zijn of dat de verbinding los zit. Mocht de temperatuurregelaar LL aangeven, wat erop wijst dat de sensor kortsluiting heeft. Mocht de temperatuurregelaar HH aangeven, wat erop wijst dat het circuit van de sensor open is.

5. Corrigeer de temperatuur met de knop op de temperatuurregelaar.

  1. Als de temperatuur abnormaal schommelt
  2. Controleer de aansluiting van

contactoren

  1. Vervang de sensor

 

 

  1. Vervang de verwarmingsplaat

 

 

 

 

 

  1. Vervang de temperatuur

controleur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1. Raadpleeg de methoden voor

stel de temperatuur in

 

  1. Controleer en vervang de

contactors indien nodig

11

Controleverlies bij het verwarmen

Het rode lampje brandt, maar de temperatuur loopt nog steeds op, dat komt doordat de connector defect is of de verbindingen 7 en 8 niet kunnen openen wanneer ze de vereiste temperatuur bereiken.

Vervang de temperatuurregelaar

12

Schaafgereedschap draait niet

De eindschakelaar werkt niet of de mechanische onderdelen van het schaafgereedschap zijn afgeklemd.

Vervang de planningstoollimiet

schakelaar of klein tandwiel

Diagram van circuit en hydraulische eenheid

11.1 Schakelschema (te zien in bijlage)

11.2 Diagram hydraulische unit (te zien in bijlage)

Ruimtebezettingsgrafiek

SDG315-380-digitale-manometer1

  • Vorig:
  • Volgende:

  • Schrijf hier uw bericht en stuur het naar ons